Emily Davison

Aangenaam!

Beste lezer, mijn naam is Emily Wilding Davison. Ik wil jullie graag meenemen op een virtuele reis door de geschiedenis van de suffragettebeweging. De kans is groot dat jullie nog nooit van mij gehoord hebben. Dat is normaal, want ik heb geleefd van 1872 tot 1913, en dat is meer dan 100 jaar geleden. De periode waarin ik leef wordt ook wel eens het 'fin de siècle' genoemd. Het is de periode net voor de Eerste Wereldoorlog. Het fin de siècle is Frans voor 'eind van de eeuw'. Ze loopt van het einde van de 19de eeuw tot aan het begin van de 20ste eeuw. Het is een heel interessante periode, omdat er zo veel dingen aan het veranderen zijn, zowel op maatschappelijk, economisch, politiek als op cultureel vlak. Zo is er de opmars van het impressionisme,  en de jugendstil in de schilder- en bouwkunst, en ook is er de cinematografie en de Cancan in de beeldende kunst en muziek. Naast de culturele vernieuwingen is het ook een periode van wetenschappelijke ontwikkelingen, die regelmatig in strijd zijn met een door en door gelovige samenleving. Zo is de evolutieleer van Darwin in strijd met de Bijbelse opvattingen, en de opkomst van het socialisme betekent meer zichtbaarheid en ondersteuning voor arbeiders, hoewel dat bedreigend is voor de elite. Het is een periode van een hoop tegenstrijdigheden. Men gaat de nieuwe eeuw tegemoet met veel verwachtingen, maar toch is er ook veel angst voor de 'moderniteit'.

Audiotekst 2: Emily als jonge vrouw

Emily als jonge vrouw

Graag vertel ik jullie iets meer over mezelf. Ik ben geboren in Londen op 11 oktober 1872. Mijn vader heet Charles Davison en is een koopman. Mijn moeder is Margaret Caisley Davison. Ik heb twee zussen, een broer en een halfbroer uit mijn vaders eerste huwelijk. Als jonge vrouw ga ik naar het Royal Holloway College (nu onderdeel van de University of London). Na een korte onderbreking waarin ik als gouvernante werk, ga ik naar St. Hugh's Hall, Oxford, en behaal daar in 1895 mijn diploma met grote onderscheiding. Maar… ik krijg mijn diploma niet, want Oxford reikt in die tijd nog geen diploma's uit aan vrouwen. Dat vind ik verschrikkelijk onrechtvaardig! Op foto's uit die periode zie je me vaak afgebeeld met een baret.

Een suffragette ontwaakt

Mijn woede over de ongelijke status van vrouwen groeit hoe langer hoe meer. Het zou toch niet meer dan logisch zijn mochten vrouwen mee mogen stemmen! Bovendien doen ze toch evenveel werk als mannen, waarom worden ze dan minder betaald? Gelukkig ben ik niet de enige die daar zo over dacht. Er zijn vrouwen, die suffragettes werden genoemd, die ook voor vrouwenrechten streden. In 1906 treed ik toe tot de Women's Social and Political Union (WSPU), die in 1903 al was opgericht door Emmeline en Christabel Pankhurst. Drie jaar later stop ik met voltijds lesgeven in de dagschool om mijn aandacht volledig te richten op mijn grootste passie: de zaak van het vrouwenkiesrecht. Nadat de liberale partij in 1906 weer aan de macht komt, wordt er weer niets gedaan met het vrouwenkiesrecht. Ik, en veel andere suffragettes met mij, beseffen dat we met mooie woorden geen daden kunnen kopen. Het is tijd voor actie.

Geen woorden maar daden

Dacht je een braaf vrouwtje te zien op de foto’s? Dan heb ik je goed bedot! Ik wilde zichtbaarheid en aandacht voor de goede zaak. Daarom was er nood aan meer gewelddadige acties. In 1909 werd ik tot vier keer toe gearresteerd - tweemaal wegens het versperren van autoriteiten en twee keer omdat ik stenen had gegooid. Op een van die keren gooide ik stenen naar de auto van de politicus David Lloyd George, omdat hij tegen het vrouwenkiesrecht was. Kort na mijn eerste verblijf in de gevangenis, gingen overal in Groot-Brittanië suffragettes in hongerstaking. Dit maakte de Britse autoriteiten bang, en ze lieten ons vrij, omdat ze niet verantwoordelijk wilden geacht worden voor onze dood. Ze konden ons amper onder controle houden, en uit pure wanhoop begonnen ze ons onder dwang voeding te geven. Dwangvoeding krijgen is een echte marteling, dat kan ik je verzekeren. Tijdens mijn gevangenschap in oktober 1909 werd ook ik gedwongen gevoed. Toen ik me in mijn cel opsloot om verdere behandeling te vermijden, overspoelden cipiers mijn cel met water. Hun acties versterkten mijn geloof alleen maar: het vrouwenkiesrecht moest en zou er komen! Een jaar later werd ik opnieuw gearresteerd, dit keer voor het inslaan van ruiten in het Lagerhuis. In 1912 kreeg ik een gevangenisstraf van zes maanden voor het in brand steken van een brievenbus). Tijdens deze gevangenisstraf kwam ik tot inzicht dat de suffragettebeweging nood had aan een martelaarsfiguur. Alleen zo zouden we de media-aandacht krijgen die broodnodig was om op politiek vlak iets veranderd te krijgen. Ik probeerde mezelf meer dan eens van de trap te slingeren, maar daar hield ik alleen maar enkele verwondingen aan over.

Emily’s laatste rebelse act

Op 8 juni 1913 werd Emily Wilding Davison effectief een martelares van de beweging. Ze liep de racebaan op tijdens Epsom Derby, een beroemde paardenrace. Ze wierp zich voor het paard van King George V, en werd met volle kracht geraakt. Ze was op slag bewusteloos, en stierf enkele dagen later in het ziekenhuis. Wat betreft de daad in juni 1913 die haar laatste poging bleek te zijn om verandering teweeg te brengen, is de geschiedenis verdeeld. Hoewel het incident zelf op film werd vastgelegd en er duizenden mensen aanwezig waren bij de Epsom Derby, blijft de bedoeling van Davison mysterieus. Degenen die ervan overtuigd waren dat ze van plan was zichzelf te martelen door vertrapt te worden, halen zowel haar eerdere zelfmoordacties in de gevangenis aan als haar verklaringen aan mede-suffragettes, met name die opgetekend in Emmeline Pankhurst's My Own Story (1914), over de noodzaak voor de zaak voor een openbare (in tegenstelling tot een gevangenis) overlijden. Anderen beweerden dat ze probeerde het paard van koning George te stoppen en er een van de twee suffragette-vlaggen aan vast te maken die ze die dag bij zich had. Degenen die haar dood eerder als een tragisch ongeval dan als een opzettelijke daad zagen, merkten op dat er tussen haar bezittingen een treinkaartje heen en terug zat, evenals een kaartje voor een latere gebeurtenis. Hoe het ook zij, velen waren beledigd door Davisons vermeende gebrek aan respect voor koning en land, en haar dood had geen invloed op de politieke verandering die ze met haar acties wilde bereiken. Duizenden marcheerden in haar begrafenisstoet.

Bekijk de video L' Envoi, a poem by Emily Wilding Davison. Ze schreef het in 1912, een jaar voor haar dood. Het Franse woord 'envoi' staat voor zending of een verzoek. Bovendien is het een dichtvorm uit de middeleeuwen, die een onderdeel was van een ballade. Een balladegedicht heeft drie strofen en een envoi op het einde. In dat envoi zit een opdracht, of een wens. Emily droomt in het gedicht van vrijheid. De tirannen (honger, horror, agressieve daden) kunnen niet verhinderen dat het licht van de vrijheid op de mensheid zal schijnen.
 


Hier lees je de transcriptie van het gedicht:

 

Stepping onwards, oh my comrades!
Marching fearless through the darkness,
Marching fearless through the prisons,
With the torch of freedom guiding!

See the face of each is glowing,
Gleaming with the love of freedom;
Gleaming with a selfless triumph,
In the cause of human progress!

Like the pilgrim in the valley,
Enemies may oft assail us,
Enemies may close around us,
Tyrants, hunger, horror, brute-force.

But the glorious dawn is breaking,
Freedom's beauty sheds her radiance;
Freedom's clarion call is sounding,
Rousing all the world to wisdom.

 

- Emily Wilding Davison

Dit is de grafsteen van Emily Wilding Davison. Haar grafschrift is 'Deeds not words' (Daden, geen woorden). In de titel van dit project echoën Emily's woorden.