Archaïsme en de Bande à Schnegg

Een stilistische behandeling van Serruys' latere werk: het archaïsme en de invloed van de Bande à Schnegg.  

De jaren 1910-20 betekenden voor Yvonne Serruys een belangrijk kantelpunt in haar sculpturale oeuvre dat een stilistische metamorfose beleefde onder invloed van de Bande à Schnegg. Sinds 1909 maakte zij namelijk deel uit van deze groep beeldhouwers die zich artistiek liet inspireren door Lucien Schnegg (1864-1909). Binnen deze groep opereerden bekende namen zoals Gaston Schnegg (1866-1953), Louis Dejean (1872-1951), Charles Despiau (1874-1946), Léon Drivier (1878- 1951), François Pompon (1855-1933), Niederhäusern-Rodo (1863-1913), Alfred-Jean Halou (1875-1939), Jane Poupelet (1878-1932), Albert Marque (1872-1939), Robert Wlérick (1882-1944), Henry Arnold (1879-1945), Elisée Cavaillon (1873-1954) en Yvonne Serruys. Jaarlijks exposeerden zij op het Salon d’Automne. Hoewel naar deze kunstenaars steeds werd verwezen met een verzamelnaam, kenmerkte de groep zich door zijn opmerkelijke vrijheid en individualiteit. Er werden geen stilistische regels voorgeschreven waaraan zij moesten voldoen, maar werden eerder achteraf samen geplaatst vanwege hun stilistische en thematische overeenkomsten en opvallende positionering tegenover de toenmalige dominante stijl van Auguste Rodin (1840-1917). Meerdere van deze  beeldhouwers ontplooiden hun beeldhouwpraktijk in Rodins atelier als ‘practiciens’ en beseften dat ze in diens schaduw zouden blijven staan als ze in dezelfde stijl als hun meester bleven werken. Met Lucien Schnegg op kop onderscheidde deze nieuwe generatie beeldhouwers zich van Rodins impressionistische, realistisch-romantische oeuvre door doelbewust een ander stilistisch pad in te slaan. Passie en emotie maakten plaats voor een verstilling en versobering die niet provocerend was. Serruys’ latere beeldhouwwerk getuigde van dit besef en transformeerde van een beweeglijke beeldtaal naar sereniteit en eenvoud. Statische, emotieloze, gestileerde beelden typeerden haar latere oeuvre, dat sterk aansloot bij de Art Deco. Afgelijnde figuratie genoot de voorkeur van Serruys en haar collega’s die zich lieten inspireren door het archaïsme dat erg in trek was bij beeldhouwers van de Bande à Schnegg. De vroegklassieke Griekse kunst bood veel inspiratie waarmee de beeldhouwers aan de slag konden gaan. -