Zaak 10 (1933, Nieuwkerken)

(Emile Lupatini)

Herberg “Nieuw Pannenhuis”

 

De plaats delict van deze zaak is de herberg/het café “Nieuw Pannenhuis” te Nieuwkerke. Het betreft een losstaand gebouw aan wat toen de rand van de stad was. Het bevond zich aan de kruising van twee van de voornaamste wegen die naar de naburige steden leiden. Het gebouw bestaat vandaag niet meer en is vervangen door een reeks woonhuizen.

De herberg bestond uit een enkele maar redelijk uitgebreide bouwlaag. Centraal was de café ruimte, waar een keuken en twee andere structuren aangrensden. De voorkant van het gebouw is naar de straat gericht, maar via de achterdeur kwam men in een cour die dan volgens het grondplan met een veld aangrensde.

 

Bijzonder op architecturaal vlak is dat de caféruimte in de grond is gezonken. Het resultaat hiervan is dat de delen van de vloer die zich dichtbij de deuren bevonden waterschade vertonen. Er is slechts een raam aan de achterkant van het gebouw, daardoor kwam de natuurlijke verlichting voornamelijk vanuit de voorkant waar drie ramen aanwezig waren. Het gebouw was ook voorzien van elektrische verlichting.

De vloerbekleding bestaat uit grote eenkleurige cementtegels, van de goedkoopste soort die toen beschikbaar was.

De wandbekleding is verzorgd en bestaat uit drie verschillende behangen delen. De voornaamste is een wandpapier typisch voor de jaren '20 met een floraal geometrisch patroon, deze bedekt alle centrale delen van de wanden. Aan de boven en de onderkant daarvan ziet men een andere soort behang, dat wat lichter is en met minder nadruk op de patronen. Tussen deze twee delen is nog een smalle geometrisch versierde strook behang te zien.

Het interieur is sober, van de plattegrond valt het af te lezen dat het voornamelijk om een combinatie tussen tafels, stoelen en enkele café spelen zoals darts en biljart ging. Anders lijkt de ruimte spaarzaam ingevuld, met in het centrale deel enkel een groot tapijt die waarschijnlijk geplaatst was om de vloer beter te beschermen. De enigste uitzondering is in de hoek waar de toog zich bevond. Dit lijkt het centrum van het café te zijn en is waar de meeste versiering en inrichtingselementen hun plaats nemen. Enkele opmerkelijke objecten zijn de twee sierlijke Gustav Becker klokken, een ingelijst Christusbeeld, een groot glazenrek en verschillende affiches.

De inrichtingselementen zijn voornamelijk uit een donkere houtsoort vervaardigd en vertonen traditionele vormen.

Het gaat duidelijk om een doorheen de tijd gegroeid interieur, met stukken die uit een veel bredere periode stammen als de jaren '30. Opmerkelijk is ook dat het eerder gaat om een interieur met oudere stukken. De meer moderne technologie en stijlen waren amper vertegenwoordigd.

Ook hierdoor kan men afleiden dat de uitbaters tot de lage middenstand van de bevolking hoorden.

 

Beelden plaats delict

Referentiebeelden

Case op de kaart