Antwerps labo


Naar aanleiding van een koninklijk besluit uit 1919 werd in 1924 het Antwerps labo opgericht. Antwerpen was daarmee redelijk laat. In Parijs werd de eerste fotografische dienst opgericht in 1876 en het werk van Alphonse Bertillon en Rodolphe Reiss hadden het gebruik van fotografie bij politiewerk rond 1910 geïnstitutionaliseerd. Daarbovenop kampte het Antwerpse labo constant met een materiaaltekort. De technische platencamera waarop het labo beschikt, is onhandig in gebruik en laat het afweten bij sneeuw en regenweer. Toch is het labo erg productief. De ‘operateur’ Charles Guilini ontwikkeld in 1930 1155 glasplaten per jaar.

België mist de trein van de verwetenschappelijking van het politiewerk aanvankelijk, maar probeert de achterstand in te halen in de jaren ’30. Toch blijft het Antwerpse parket kampen met een tekort aan middelen. De onderzoeksdossiers van de gerechtelijke politie bevatten bijna altijd minder foto's dan de theorie voorschrijft. De theorie van de Franse en Zwitserse grondleggers bereikt Antwerpen wel maar wordt niet rigoureus toegepast. Reiss’ analytische methode, beginnen met een overzichtsbeeld en dan een groot aantal detailfoto’s, wordt niet consequent uitgevoerd. 

 

 

De schaduw van de lichttekenaar

Het Antwerpse labo

- Fotografen
- Taakverdeling, organisatie en werking
- Methode

Gerechtsfotografie als bron

- kleur en textuur
- afsnijdingen en onvolledigeheid
- Subjectiviteit van de camera