Modern-Traditioneel

 

Het interbellum-interieur tussen oud en nieuw

 

Technologie

In het interbelluminterieur worden moderne elementen met traditionele vormen en technieken uit vorige eeuwen gecombineerd. De industriële revolutie bracht grote vernieuwingen op wetenschappelijk en technologisch vlak met zich mee en de gevolgen hiervan zijn ook in het interieur voelbaar. Sinds de 19de eeuw volgen nieuwe technieken in verwarming, verlichting, communicatie en sanitair elkaar snel op en dringen ze langzaam binnen in het interieur. In de keuken vervangt een kookfornuis langzaam de ‘Leuvense stoof’, al zijn beiden nog gangbaar in het interbellum. Badkamers en toiletten binnenshuis blijven nog erg zeldzaam. Elektriciteit begint langzaam de gangbare bron van verlichting te worden maar ook petroleumlampen zijn nog aanwezig in het interieur.

Vorm

De nieuwigheden stimuleren ook de ontwikkeling van nieuwe vormentalen. De art nouveau, art deco en het modernisme volgen elkaar snel op in de periode voor en tijdens het interbellum. Toch zijn nog heel wat voorwerpen in het interbelluminterieur in traditionele stijlen. Het betreft vooral grote en duurdere meubelstukken, dikwijls erfstukken zoals kasten en stoelen. Echter, dit kunnen evengoed nieuwe meubelen zijn, vervaardigd in een moderne techniek maar in een neo-vormentaal. Ook vaste afwerking als vloeren zijn vaak ouder, in tegenstelling tot het behangpapier dat gemakkelijker te vervangen is volgens de laatste mode.

 

Realiteit: variatie en combinatie

Naast de onderlinge verschillen tussen de interieurs, worden er binnen de woonsten zelf verschillende vormentalen en technieken naar hartenlust gecombineerd. Moderne en traditionele meubelen staan dikwijls naast elkaar. Een stoel in Louis XVI-stijl staat in dezelfde kamer met een moderne luchter. Een hypermoderne Philips speaker staat in een woonst met een kacheltechniek van 100 jaar oud.

 

Tijdlijn

Met de tijdlijn tracht deze tentoonstelling visueel aan te tonen dat de interieurs rijk zijn aan materialen, stijlen en technieken. Omdat het onmogelijk is de productiedatum van de voorwerpen te bepalen, wordt telkens gekeken naar de vroegst mogelijke productiedatum op basis van stijl of techniek. De objecten zijn ook telkens referentiebeelden en kunnen verschillen met de originele beelen. De voorstelling bewijst dat de interieurs niet de moderne trends volgen maar eerder uit traditionele vormen en oudere technieken bestaan, gecombineerd met moderne elementen.

Hieronder staan nog eens alle objecten uit de tijdlijn, in chronologische volgorde.