Ligging
De functie van een gebouw beïnvloedt zijn ligging. De aanwezigheid van water, het reliëf, de afstand tot het centrum… zijn erg belangrijk. Maar de troeven en beperkingen van een locatie veranderen naarmate de stad zelf evolueert. Ook herbestemmingen vergen een interactie met de omgeving. De juiste functie op de juiste plaats. Maar wat doe je dan met de waardevolle architectuur van een achterhaalde functie?
Militaire gebouwen vragen om strategische plaatsen. De locatie van het Duivelsteen is geen toeval: het gebouw beschermt in de tiende eeuw de eerste handelsnederzetting aan de Nederschelde. In 1540, wanneer Karel V de opstandige Gentenaars wil straffen, verrijst het Spanjaardenkasteel op de plaats van de Sint-Baafsabdij. Laag gelegen, bij de samenvloeiing van Schelde en Leie, is het ideaal om Gent te verdedigen én te controleren. Omdat de stad er ook het meersengebied onder water kan zetten, verliest het kasteel tijdens de achttiende eeuw zijn functie. Nadien neemt de hoog gelegen Gentse Citadel die rol over en schenkt haar naam aan het gelijknamige park. In de vroege twintigste eeuw verschijnt daar ook de Leopoldskazerne.
De eerste fabrieken in Gent vestigen zich in het centrum, in verlaten kloosters en zelfs in het Gravensteen. Tijdens de tweede helft van negentiende eeuw breidt de textielindustrie zich vooral uit aan de stadsrand. De ontginning van de Wondelgemse Meersen en de aanleg van het Verbindingskanaal in 1863 zorgen voor een verdere ontsluiting en ontwikkeling van het gebied. Water en wegen vergemakkelijken het goederentransport voor een katoenbedrijf als Parmentier, Van Hoegaerden & Cie. Ook Vynckier Frères & Compagnie SA, een producent van elektrisch schakelmateriaal, vestigt zich in 1935 aan de Nieuwe Vaart. Vandaag moeten de oude industrieën ook daar plaats ruimen voor nieuwe bestemmingen.
De interactie van een gebouw met zijn omgeving leidt al eens tot spanningen. Niet elke bestemming of herbestemming is even geslaagd. In de negentiende eeuw plagen de proefdieren van de faculteit geneeskunde de Voldersstraat met geur- en geluidshinder. Het gloednieuwe Rommelaere Instituut lijkt veel beter gelegen, vlakbij het stedelijk ziekenhuis aan de Bijloke. Toch duiken daar al snel dezelfde klachten op. Ook in de Baudelokapel zit men met de handen in de… paddenstoelen. Sinds 1804 is daar de stadsbibliotheek gevestigd, en later ook een tijdlang de universiteitsbibliotheek. De vochtige omgeving van de Ottogracht zorgt helaas voor schimmelvorming en maakt een vertrek van de boeken noodzakelijk.
Gent kampt op het einde van de negentiende eeuw met erbarmelijke leefomstandigheden in de vele beluiken die de industriestad typeren. Met het Zollikofer-De Vigne-plan neemt het stadsbestuur vanaf 1880 zelf het voortouw om het centrum te moderniseren. Arbeiderswoningen moeten plaats maken voor burgerhuizen en luxewinkels. Voor de verbinding tussen het Zuidstation en het historische centrum sneuvelt ook een deel van het oude Duivelsteencomplex.