Zaak 3 (1932, Destelbergen)

(Nicolas Rulkin)

Een bescheiden woonst

De plaats delict van de zaak J.M. is een eenvoudige rurale woning gelegen op het platteland te Destelbergen. Het huis werd ten tijde van de misdaad, in het jaar 1932, bewoond door het slachtoffer, zijn zus en hun vader, tevens de eigenaar. De woning is een van twee woningen binnen hetzelfde gebouw, met een gemeenschappelijke pomp in het midden van de achtergevel. Aan de achterzijde recht tegenover elkaar zijn aan elk huis een opslagruimte en privaat gebouwd. De voorgevel is echter niet te zien op de foto’s. De woning had een zolderverdieping, waar het slachtoffer en zijn zus sliepen. Deze is te bereiken via een trap in de slaapkamer op de begane grond, maar is evenmin op de plattegrond of een van de foto’s te zien.

De benedenverdieping van de woning bestaat slechts uit twee kamers. Enerzijds is er een slaapkamer, vermoedelijk die van de vader van het gezin, met een opvallend rijkelijk bed in donker hout in neorenaissancestijl. Achter de deur stond een flessenrek, en twee kasten staan tegen de voorste wand. Anderzijds is er de woonkamer, met een houten stoel erin. Aan de achterwand staat een lage bank met een doek erover die mogelijk als dagbed diende. Een Leuvense stoof is in de haardopening gezet, maar die opening is niet te zien op de foto’s, en een kast en tafel die zich in de kamer bevinden zijn evenmin zichtbaar.

Lichte en donkere tegels van ongeveer 20 op 20 cm bedekken de vloer in beide kamers in een dambordpatroon. Het gaat hier hoogstwaarschijnlijk om cementtegels. Onderaan de muren is  een plint van tegels aangebracht, als hygiënische maatregel.

Verder letten we op de bekleding van de muren: de slaap- en woonkamer hebben elk een eigen behangpapier met traditionele florale motieven, al enigszins verouderd voor de smaak van de jaren 1930. De scheuren aan het behang suggereren dat het wellicht al enige tijd niet meer vervangen was. In de woonkamer heeft het behang ook een plint en fries. Dit was ook voor kleine rurale woningen niet ongebruikelijk. Aan de muren van de woonkamer hangen een scheurkalender, enkele familiefoto’s, en een klein landschapstafereeltje, en daarnaast enkele religieuze platen en een kruisvormig wijwatervaatje die de katholieke overtuiging van de bewoners aantonen. Boven de slaapkamerdeur hangt een ingekaderde prent met een alziend oog en de iconische tekst “God ziet mij/Hier vloekt men niet”.

Beelden plaats delict

Referentiebeelden

Case op de kaart