Zaak 1 (1932, Gent)

(Niels Deroeck)

Van Herberg tot plaats delict

De herberg genaamd ‘Neptune’ gelegen in het havengebied van Gent werd in het jaar 1932 een plaats delict.  Al snel volgde een gerechtelijk onderzoek waarbij foto’s en plattegronden werden gemaakt. 

Privé boven publieke

Op de plattegrond zien we het gelijkvloers en het eerste verdiep. Het oppervlak van het gelijkvloers was in die tijd grotendeels herbergruimte met achterin een kleine keuken en een binnenplaats (koer). Het eerste verdiep is ingedeeld in twee ruimtes en beslaat een oppervlak dat even groot is als de herberg. De kamers hebben beide een schouwmantel en zijn gescheiden door een smalle gang waar zich ook de trap bevindt die naar de zolder leidt. Het is dus duidelijk dat het gelijkvloers in functie staat van het publieke en de privéruimten zich boven bevinden.

De herberg is een publieke plaats en verschilt daardoor in aankleding van de private ruimtes. De herberg is betegeld met zwarte en witte cementtegels, de wanden zijn voorzien van een hoge lambrisering en een behangpapier met floraal motief. De herbergruimte is opgesplitst door een wand met drie doorgangen, een grote en twee kleine. Deze zijn bekleed in hout en worden niet weergegeven op de plattegrond. Het meubilair bevindt zich grotendeels aan de linker- en rechterwand van de ruimte. De Godin hout- en kolenkachel kreeg een centrale plaats voor een betere verspreiding van de warmte. Verder zijn in de ruimte nog een buffetpiano, stoelen in thonet-stijl, tafels, toog, valse bloemen en decoratieve elementen terug te vinden.

De private ruimtes zijn soberder ingevuld. Een binnenplaats die vooral dient als opbergruimte van het poetsmateriaal en een keuken die voorzien is van een faux marbre en een houten lambrisering. De kraan, lichtschakelaars en de twee elektrische apparaten, namelijk de Philips 2109 speaker en de houten wandtelefoon, wijzen op de aanwezigheid van elektriciteit en stromend water. De slaapkamer is behangen met gestreept motief dat kenmerkend is voor de eerste helft van de 20ste eeuw. De vloer bestaat uit houtenplanken en vooraan in de kamer ligt een tapijt met Europees motief. Er staan verschillende meubels zoals een bed, een driedelige kast met spiegels, een stoel en een rekje met waskomen. De schouwmantel is versierd met spiegel, bronzenbeeld, hyacintvazen en een amfoor-vaas.  

Een organische overgang van stijlen zorgt dat deze in elkaar overlopen en zich samen plaatsen binnen het interieur. De aanwezigheid van stromend water en elektrische apparaten zoals de telefoon en speaker wijzen op een zeker kapitaal.

Beelden plaats delict

Referentiebeelden

Case op de kaart