Lucas d'Heere en het Theatre

Een handschrift met geschiedenis

Een topstuk in de collectie van de Universiteitsbibliotheek Gent is de Theatre de tous les peuples et nations de la terre avec leurs habits et ornemens divers, tant anciens que modernes. De Gentse schilder en dichter Lucas d’Heere (1534-1584) stelde dit handschrift samen in 1576/77, toen hij in Londen verbleef als protestantse vluchteling. De Theatre de tous les peuples et nations de la terre is een unieke verzameling van 98 aquareltekeningen met in totaal 189 kostuumfiguren. Een eerste deel toont de historische en eigentijdse klederdrachten van verschillende Europese regio’s. Daarna komen de gewaden van de katholieke hiërarchie en de religieuze orden aan bod. Tot slot volgt een meer bescheiden overzicht van de klederdrachten van de vier toen bekende continenten: Europa, Azië (het Midden-Oosten), Afrika en Amerika. Voor de Nieuwe Wereld koos d’Heere de anonieme Inuit man die in oktober 1576 naar Londen werd gebracht door de ontdekkingsreiziger Martin Frobisher.

Op de keerzijde van het goudgeletterde titelblad van de Theatre de tous les peuples et nations de la terre prijkte oorspronkelijk het wapenschild van koningin Elizabeth I van Engeland. Het is echter onwaarschijnlijk dat het handschrift voor haar was bestemd. D’Heere gebruikte zijn luxueus uitgevoerde modelboek veeleer om opdrachtgevers aan het Engelse hof te vinden. Enkele jaren eerder had hij een bundel met Franse sonnetten opgedragen aan Edward Seymour, graaf van Hertford, voor wie hij ook als schilder werkte. Zowel de renaissancekunst uit de Nederlanden als de Franse taal waren erg in trek bij de Engelse aristocratie.  

In het voorjaar van 1577 keerde d’Heere terug naar Gent. Over het wapenschild van Elizabeth I plakte hij dat van Anthonis van Bourgondië, heer van Wakken. D’Heere speelde als medestander van Willem van Oranje een belangrijke rol in de Gentse Calvinistische Republiek (1577-1584). In 1582 organiseerde hij de blijde intrede van François d’Alençon, hertog van Anjou. Hij maakte voor de nieuwe vorst een Franstalig verslag met aquareltekeningen van de tableaux vivants.

Humanistische kennis

Naast een modelboek van een ambitieuze schilder is het Theatre de tous les peuples et nations de la terre ook een verzameling van etnografische en historische kennis. D’Heere was bevriend met de Antwerpse humanist Abraham Ortelius, die in 1570 de eerste wereldatlas op de markt bracht. Een andere boezemvriend, Joris Hoefnagel, reisde doorheen Europa om landschappen en regionale gebruiken in beeld te brengen. Zelf maakte Lucas d’Heere in 1574/75 de oudst bekende tekening van Stonehenge, ter illustratie van een beschrijving van de Britse eilanden. Hij verzamelde ook relicten van het verleden, zoals antieke beeldjes, munten en fossielen. Het maken van een ‘theater’ van historische en eigentijdse klederdrachten was een andere manier om kennis over de wereld te ordenen en te etaleren.

Het Theatre de tous les peuples et nations de la terre behoort tot het bredere genre van de kostuumboeken. Reizigers illustreerden verslagen van hun avonturen met de klederdrachten van volkeren binnen en buiten Europa. Rond het midden van de zestiende eeuw werden de eerste kostuumboeken voor een breder publiek gedrukt. In 1562 verscheen in Parijs de Recueil de la diversité des habits qui sont de present en usaige, tant es pays d'Europe, Asie, Affrique et illes sauvages van François Deserpz. Een jaar later werd in Venetië Ferdinando Bertelli's Omnium fere gentium nostrae aetatis habitus gedrukt. Vanaf 1577 werd de markt overspoeld door nieuwe kostuumboeken, gepubliceerd in steden zoals Neurenberg, Keulen, Antwerpen, Rome en Venetië. Zowel d’Heere als de makers van deze gedrukte kostuumboeken baseerden zich grotendeels op dezelfde bronnen, zoals handschriftelijke kostuumalbums, losse prenten en geleerde traktaten. Ze kopieerden ook zonder schroom elkaar.

Een moreel discours

De humanistische fascinatie voor de diversiteit van klederdrachten moet niet verward worden met een waardering van mode. De meeste kostuumboeken veroordelen het volgen van modetrends - zoals een Engelsman die zich op Spaanse of Franse wijze uitdoste - als een zondige zucht naar frivoliteit. De boodschap luidt dat de mens zich dient te kleden volgens zijn of haar sekse, stand, waardigheid of regionale traditie. Nieuwigheden waren uit den boze. Deze houding verklaart waarom Lucas d’Heere ‘primitieve’ culturen relatief positief beoordeelde. De ‘wilde’ Engelsen, die naakt ten strijde trokken tegen Julius Caesar, waren onverschrokken en dapperder dan de tijdgenoten van d’Heere. De eenvoudige Inuit man, gekleed in een parka van zeehondenhuid en voorzien van kano en peddel, was onbezoedeld en in harmonie met de natuur.

De conservatieve kijk op mode en kledij wordt het meest duidelijk in de twee figuren aan het begin en het einde van de Theatre de tous les peuples et nations de la terre. Het handschrift opent met de oudtestamentische Aaron die van God rijkelijk versierde priesterlijke gewaden ontving. Protestanten lazen deze episode in het Bijbelboek Exodus als een metafoor voor de absolute gehoorzaamheid aan God. De naakte man, die de galerij van kostuumfiguren afsluit, brengt de boodschap nog duidelijker over. Hij is op een lendendoek na enkel voorzien van een stuk stof en een kleermakersschaar. De man is immers te wispelturig om zich een vast plunje aan te meten. D’Heere verzon deze naakte man niet zelf. Er circuleerden al eerder gedichten en preken met een vergelijkbaar narratief over de onstandvastige Engelsman. D’Heere maakte van die naakte Engelsman een universele man. In gedrukte kostuumboeken vinden we varianten van die voorstelling. Op het voorblad van het Duitse Trachtenbuch (1577) is de naakte man Europa, die in tegenstelling tot de andere continenten maar niet kan beslissen wat hij aan wil trekken.

 

Anne-Laure Van Bruaene

Beknopte bibliografie

Conrads, Marian. “Het Theatre van Lucas d’Heere. Een kostuumhistorisch onderzoek.” PhD diss., Universiteit Utrecht, 2006.

Derolez, Albert. “Aantekeningen omtrent structuur, datering en betekenis van het kostuumboek van Lucas d’Heere (Gent, Universiteitsbibliotheek, hs. 2466).” In Handelingen van het XXIXe Vlaams Filologencongres, 16-18 april 1973, 261-71. Zellik: De Vlaamse Filologencongressen, 1973.

Meganck, Tine Luk. Erudite eyes. Friendship, art and erudition in the network of Abraham Ortelius (1527-1598). Leiden: Brill, 2017.

Van Bruaene, Anne-Laure. “Doeuil d’Europe: Lucas d’Heere’s world gone black.” In Burgundian black: Reworking early modern colour technologies, uitgegeven door Jenny Boulboullé en Sven Dupré. Santa Barbara: EMC Imprint, 2022. https://doi.org/10.55239/bb001

Van Dam, Frederica en Werner Waterschoot, eds. Tableau Poetique. Verzen van een Vlaamse migrant-kunstenaar voor de entourage van de Seymours op Wolf Hall. Gent: Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde, 2016.